Biodiversiteit

Agroforestry

Agroforestry is een verzamelnaam voor landbouwsystemen waarbij bomen en struiken weer functioneel worden toegepast in bestaande landbouwsystemen. In oude cultuurlandschappen hebben houtige structuren vaak nog altijd een functie in het landbouwsysteem. In een moderne landbouwcultuur die wordt gekenmerkt door specialisatie, opbrengstmaximalisatie en schaalvergroting is het voor de agrariër niet meteen vanzelfsprekend om met agroforestry aan de slag te gaan. Toch groeit de aandacht voor agroforestry, en daarmee ook het areaal aan agroforestry, sterk. Dit heeft voornamelijk vanuit een zogenaamde bottom-up beweging plaatsgevonden: pioniers zochten op eigen initiatief innovatieve landbouwmethoden waarin houtige gewassen functioneel werden ingezet. Bron: Louis Bolk instituut.

De term agroforestry is dus nieuw, maar globaal valt ongeveer 43 % van de landbouw eronder. Recente uitvraag door de Rijksdienst voor Ondernemen (RVO) wijst uit dat momenteel ongeveer 3 % van de agrarisch ondernemers Nederland agroforestry toepast op het bedrijf. In Nederland waren van oorsprong veel meer heggen, hagen en bomen in het landschap aanwezig, maar die zijn ten tijde van schaalvergroting verdwenen. Nieuwe inzichten op het gebied van onder anderen (bodem)biodiversiteit, dierenwelzijn, diergezondheid en klimaatverandering zorgen voor een herwaardering van bomen in het landschap.  

Hoewel er een enorme variatie mogelijk is in de toepassing van bomen en struiken in de veehouderij, zijn er grofweg zijn er acht hoofdtypen van agroforestry systemen. Daarvan zijn vier systemen op veehouderijen toepasbaar: Bomen in de wei, Rijenteelt in grasland, Voederhagen en Kippenuitloop met Bomen.

Praktische tips
Hoewel er steeds meer aandacht en waardering komt voor de positieve effecten van agroforestry, loopt wie met dit systeem aan de slag wil ook tegen beperkingen aan. Zo is er wet en regelgeving, zijn erfbetreders en gemeenteambtenaren niet altijd op de hoogte van mogelijkheden en positieve effecten en is financiering vaak lastig.

Financiering: Het is vaak moeilijk inzichtelijk te maken welke kosten baten er zijn en na aanplant zijn jaren nodig zijn om tot productie te komen. Tijdens deze groeiperiode zijn er nagenoeg geen opbrengsten, maar wel kosten voor onderhoud. Gelukkig wordt er steeds meer duidelijk over de en krijgt agroforestry ook meer bekendheid. Via het project Urgenda 1001 ha kunnen boeren bijvoorbeeld plantgoed bestellen met 50% korting.

In contact met de gemeente is het nuttig je te beseffen dat er over het algemeen nog weinig kennis is over dit onderwerp. Zo vallen in het nieuwe GLB bijvoorbeeld alle vormen van agroforestry onder landbouw, maar zijn veel gemeenteambtenaren daarvan nog niet op de hoogte.

Tips bij het contact met je gemeente:

  1. Ga in gesprek met een beleidsmaker
  2. Laat zien dat bomen en struiken het landschap geleidelijk veranderen
  3. Sluit aan op historische structuren
  4. Motiveer de bijdrage aan maatschappelijke/ beleidsdoelen
  5. Werk plannen uit in meerdere fases

Wettelijke kaders:

1. Nationaal gelden de GLB en de Mestwetgeving.

2. Provinciaal heb je mogelijk te maken met de Herplantplicht.

3. In de Gemeente is de omgevingswet (open landschap en archeologie) van toepassing.

Meer informatie is te vinden op de kennisbank van het Agroforestry Netwerk Hier kun je je verdiepen in de mogelijkheden voor je eigen situatie. Ook is het mogelijk om via de kennisbank in contact te komen met boeren die ervaring hebben met Agroforestry en specifiek advies inwinnen. Daarnaast is ook de factsheet Agroforestry van het Louis Bolk instituut een goed startpunt voor verdieping.

Regeneratieve begrazing

Snoeien is groeien. Regeneratieve begrazing staat steeds meer in de belangstelling. Het is een manier van begrazen die past in een duurzame en toekomstbestendige zorg voor de bodem, biodiversiteit en klimaatbestendigheid van graslanden. De manier van begrazing komt voor uit het bestuderen van natuurlijke migratiegedrag van kuddes. Grazers hebben van nature een belangrijke rol in het ecosysteem waarin ze voorkomen. Gewas en dier zijn in miljoenen jaren van co-evolutie op elkaar aangepast.

In natuurbeheer wordt al langer met kuddes grote grazers en gescheperde kuddes het natuurlijke gedrag van migrerende kuddes nagebootst, met de gewenste effecten op de ecologische waarden in een bepaald gebied. Maar ook voor boeren is het nadenken en begrijpen van de rol van grazers en hun invloed op de bodem en gewassen heel waardevol. Zelfs in kleinere houderijsystemen kun je hiermee heel goed rekening houden.

In de praktijk ziet de invloed van de grazers op het landschap er als volgt uit. Grote (en kleinere) kuddes die door het landschap trekken, zorgen in korte tijd voor een grote druk op een bepaald gebied. De gewassen worden kort gegraasd en belopen, waardoor een mat met organisch materiaal ontstaat die de grond bedekt. Het gras ziet er vertrapt uit, maar de wortels blijven intact. En niet te vergeten; de kudde laat ook wat achter, in de vorm van waardevolle mest en urine. Wanneer er niet meer voldoende gewas staat om de dieren te voeden trekt een kudde door en kan het gras zich herstellen. De nutriënten uit de mest en urine die in het gebied achter blijven, vormen de basis van waaruit een nieuwe cyclus van groei mogelijk wordt gemaakt.

Door goed te letten op de staat van de begrazing en daarop zowel het aantal dieren als de begrazingsduur op aan te passen, wordt een optimale opbrengst van het grasland gecreëerd. Planten krijgen de kans om te herstellen en de bodem krijgt de kans om een sterk en veerkrachtig ecosysteem te vormen. Dat is regeneratieve begrazing in een notendop.

In meeste hedendaagse landbouwsystemen wordt het vee gevoerd met krachtvoer en het land bemest met kunstmest. Er wordt minder tijd besteed aan de invloed van de begrazingsdruk op het land en het optimaliseren van deze balans. Bij regeneratieve begrazing wordt de veerkracht van het land hersteld en zorgt de bodem uiteindelijk voor de voerproductie. Het vee zorgt voor de bemesting. Door de manier van begrazen is er veel aandacht voor het optimaliseren van het groeiproces van het grasland en goed herstel van planten en bodem. Bijkomend voordeel is het doorbreken van de cyclus van wormen, zodat uitbraken van wormbesmettingen minder kans krijgen en er niet of nauwelijks gewerkt hoeft te worden met wormbestrijdingsmiddelen. Het meeste werk gaat zitten in het verplaatsen van de dieren en het monitoren van de staat van de weide.

Het is belangrijk om te beseffen dat het proces van het creëren van een goede bodem tijd kost. Ieder jaar dat met regeneratieve begrazing wordt gewerkt, zal de bodem meer herstellen. De weerbaarheid tegen droogte en extreme buien neemt dan ook toe. Voor deze vorm van boeren is zicht op een langere periode van pacht extra van belang.

Meer info over regeneratieve begrazing en praktische cursussen is te vinden op de website van met de natuur mee.

Meer lezen over dieren in de natuurinclusieve landbouw kan in het Digitale Leerboek Natuurinclusieve Landbouw, hoofdstuk 5.