Dierenwelzijn
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op het welzijn van productiedieren.
De belangrijkste regels voor het bedrijfsmatig houden van landbouwdieren gaan over:
- Huisvesting van dieren
- Verzorging van dieren
- Ingrepen bij dieren
- Transport van dieren
- Slacht van dieren
Dierwaardige veehouderij
Het kabinet wil toe naar een dierwaardige veehouderij. In een dierwaardige veehouderij staan de behoeften van dieren centraal. Dit is in het belang van dieren, maar ook van de veehouderij.
Uitgangspunt hierbij zijn de ‘6 principes voor dierwaardige veehouderij’ van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA).
Diergezondheid
Gezonde dieren staan aan de basis van een duurzame veehouderij. Het uitgangspunt in de Nederlandse veehouderij is dat dierziektes worden voorkomen. De veehouder kan dat bevorderen door dieren onder goede omstandigheden te houden, hygiënisch te werken, ziekteverwekkende kiemen buiten het bedrijf te houden en te participeren in preventie-, monitorings-, bewakings- en bestrijdingsprogramma’s.
De transitie naar een duurzame veehouderij is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de levensbehoeften van de huidige generatie boeren, zonder die van de toekomstige generaties tekort te doen. Het gaat hierbij om economische, sociale en leefomgevingsbehoeften.
De diergezondheidsmonitoring is een laagdrempelig en vrijwillig systeem dat een breed vangnet biedt voor het zo vroeg mogelijk opvangen van signalen over diergezondheid. De signalen zijn afkomstig van veehouders uit verschillende sectoren in de veehouderij (rund, varken, pluimvee, schaap en geit), dierenartsen, verwerkende industrie, onderzoeksinstituten en instanties uit de volksgezondheid. De uitkomsten van de monitoring worden gedeeld met veehouders, dierenartsen en betrokken partijen zoals de overheid, veehouderijsector, humane gezondheidszorg en omringende landen zodat zij indien nodig actie kunnen ondernemen. Bron: www.gddiergezondheid.nl.
In de bewakingsprogramma’s wordt voor een aantal dierziekten door de EU onderzoek voorgeschreven op een deel van de Nederlandse veestapel om de aanwezigheid van de betreffende ziekten uit te sluiten.
In de bestrijdingsprogramma richten sectorpartijen, al dan niet ondersteund door de overheid, zich op het uitroeien van specifieke dierziekten. Daarnaast zijn er een aantal aangifteplichtige dierziekten. Wijzen klinische verschijnselen bij dieren op een aangifteplichtige dierziekte? Dan ben je verplicht om de dierziekte te melden bij het Landelijk meldpunt dierziekten.
Landelijk meldpunt dierziekten via (045) 546 31 88
Bestrijding kan op twee manieren: vaccineren of preventief ruimen. Voor de aangifteplichtige dierziekten liggen draaiboeken klaar, waarin de te nemen stappen zijn beschreven. Voor zeldzame rassen kan een uitzondering op het standaard draaiboek gemaakt worden. Lees er meer over op de pagina Paraplubestand.
Bij een doeltreffende uitvoering van bovengenoemde programma’s speelt de veehouder een rol van cruciaal belang. Kennis van de huidige wet- en regelgeving zijn daarbij een voorwaarde, naast laagdrempelige toegang tot kennis en een ruime kennis en ervaring ten aanzien van het gezond houden, verzorgen en fokken (of vermeerderen) van dieren. Een goede relatie met een dierenarts, een voerleverancier of andere erfbetreder is belangrijk. Daarnaast zijn private kennisinstellingen, al dan niet met een eigen laboratorium (zoals de Gezondheidsdienst voor Dieren, www.gddiergezondheid.nl), maar ook publieke kennisinstellingen zoals de faculteit Diergeneeskunde (UU), Wageningen Bioveterinary Research en Wageningen Livestock Research belangrijke kennispartners.
Voor vragen over: | neem contact op met: |
Aangifteplichtige dierziekten | Wageningen Bioveterinary Research |
Vrijwillige monitorings- en bestrijdingsprogramma’s | www.gddiergezondheid.nl |
Diergezondheid algemeen | Wageningen Livestock Research Wageningen Bioveterinary Research www.gddiergezondheid.nl |