Transport

Voor het diertransport gelden wettelijke (Europese) regels. Die gaan over de reisduur, eventuele rusttijden, de beladingsgraad en de kwaliteit van het transportmiddel. Daarnaast kennen slachterijen aanvullende eisen. Zo mogen dieren alleen vervoerd worden in een gecertificeerd transportmiddel. De dieren moeten bovendien ‘fit to travel’ zijn, oftewel gezond zijn om ze te vervoeren. De regels voor diertransport zijn Europa-breed vastgesteld in de transportverordeningen. De meeste regels gelden voor runderen, schapen, geiten, varkens en paarden. Het gaat bijvoorbeeld om:

  • De manier waarop de dieren behandeld moeten worden.
  • Wanneer dieren niet geschikt zijn te vervoeren.
  • Hoe vervoermiddelen ingericht moeten zijn.
  • Welke reisschema’s gehanteerd moeten worden, enzovoorts.

Voor het transport van levende dieren in het kader van een economische activiteit, hebben bijna alle vervoerders een vervoerdersvergunning nodig, alleen niet wanneer altijd binnen 65 km gebleven wordt.

Voor dieren die geslacht gaan worden moet het transport diersoortafhankelijk vooraf gemeld worden (varken) of vergezeld gaan van een transportformulier. Daarnaast wordt de veehouder geacht een Voedselketeninformatie (VKI) formulier aan te leveren. Op het VKI formulier staat informatie over het veehouderijbedrijf, waar het dier vandaan komt. VKI geeft informatie over de gezondheidsstatus van de veestapel van het bedrijf en vermeld eventuele recente diergeneeskundige behandelingen. https://www.nvwa.nl/onderwerpen/vervoer-levende-dieren.

NB: Check bij de NVWA voor de actuele situatie.

NB: Bedrijsstatus voor varkens

Bedrijven waar varkens worden gehouden krijgen een specifieke bedrijfsstatus. Voor bedrijven met veel contacten gelden strengere eisen voor hygiëne en gezondheidsbewaking.

Het onderstaand schema helpt bij het bepalen van de bedrijfsstatus

meer over de bedrijfsstatus voor varkens is uitgelegd op de website van RVO